Aswintha het genezende kruid – Jacqueline Prins

Dit is het verhaal van Aswintha, de mooie dochter van Akmuth de kruidenkenner, die omstreeks het jaar 600 aan de mond van de Schelde woonde. Op het ogenblik dat het verhaal begint, in het jaar 604, is Aswintha zestien jaar en staat ze aan het begin van een avontuurlijk, romantisch, zij het niet altijd gelukkige leven. Haar wederwaardigheden beginnen wanneer zij, zo jong als ze is, naar koning Clotharis II van Neustrië wordt gestuurd om hem met haar jeugd en gezondheid te genezen van een ernstige kwaal. Vervolgens wordt ze uitgehuwelijkt aan een oude gouwgraaf en baart een dochter, Merove. Maar haar jeugd verloochent zich niet: korte tijd later ontmoet zij de zoon van een rijke gouwgraaf, Amar (een lotgenoot, want ook hij is tegen zijn zin uitgehuwelijkt), op wie zij verliefd wordt. Het is echter een liefde die meer moeilijkheden schept dan oplost: Aswintha vlucht van het Romeinse castellum waar zij met haar echtgenoot woont, zij bevalt onderweg van een zoon, woont enige tijd in de hut van een heidense priester en later in een kleine Romeinse kolonie, en staat tenslotte voor het dilemma van de keuze tussen haar kinderen en haar geliefde. Met dit conflict, en Aswintha’s afreis naar het zuiden, een nieuw en zo mogelijk nog veelbewogener, leven tegemoet eindigt het eerste deel…